Hij is van school omdat hij alle kinderen in zijn klas pestte.

Hij is van school omdat hij alle kinderen in zijn klas pestte.

“Daar zit ik dan, in de auto met mijn zoon en een vriendinnetje dat uit school komt om te spelen. Sinds een half jaar mag ik elke dag naar twee plekken om mijn kinderen weg te brengen en op te halen. Dat is al een uitdaging op zich. En iedere keer als mijn jongste een vriendje of vriendinnetje meeneemt, hebben we hetzelfde gesprekje: waarom gaat hij naar een andere school? Deze keer vertelde het lieve meisje het zelf: ‘Ik weet het al, hij pestte iedereen in de klas.’ Bam, die kwam binnen. Ik zat achter het stuur, maar van binnen was de leeuwin wakker. Boos maar ook enorm verdrietig. Houdt het dan ook nooit op? Waarom praten ze zo lelijk over mijn zoon? Mijn reactie was een beetje fel, en als je mij kent, dan weet je dat ik dat ook kan zijn. Nee, hij is niet van school omdat hij pestte, maar van school omdat de grote mensen hem pestten.”

“Wat had ik het graag anders gezien. Mijn lieve vrolijke jongen stapte de wereld in, klaar om deze helemaal te ontdekken. Op de peuterschool had hij een juf die op dezelfde manier dacht en deed, wat een feest was dat voor hem. Ze waarschuwde ons nog: ‘Let maar goed op hem, niet iedereen zal hem goed begrijpen.’ Maar wat er in hem zit is zo origineel, creatief en puur. Hij heeft een gouden hart. En met dat gouden hartje stapte hij de basisschool binnen. Binnen een paar weken ging het al mis. Hij ontdekte de wereld, maar in dit alles voelde hij ook direct de afwijzing. Hij wilde graag buiten de lijntjes kleuren, maar dat mocht niet. En ieder jaar ging hij een stapje verder. Hij voelde zich niet gezien en niet begrepen. Wat ze wel zagen was gedrag, gedrag dat niet altijd leuk was. Hij zocht de grenzen op en geloof me, met een creatief brein kun je die heel goed vinden. In groep 2 ontdekte hij dat je de wc ook uit kunt komen terwijl de deur nog op slot zit. Het resultaat was straf, want het jongetje na hem plaste in zijn broek. Verdrietig kwam hij thuis. Natuurlijk had hij dat jongetje niet zijn broek willen laten plassen. Hij was ook trots dat hij dit ontdekt had en was blij met de uitdaging die hij zichzelf gegeven had. Steeds vaker krijgen wij gesprekjes op school. Hij gedraagt zich niet zoals dat moet. We geven keer op keer aan dat we graag verder zouden kijken dan het gedrag, waar komt het gedrag vandaan? Hoogbegaafd? Nee, dat kon het echt niet zijn, want dan zou je dat ook tot uiting moeten brengen… Slim? Ja, hoor, dat is hij wel, maar een hoogbegaafde moet het ook laten zien. Steeds weer is dat de boodschap van school. Hij laat het niet of onvoldoende zien. En toch zien wij wat anders. Het gedrag wordt steeds vervelender, maar niet alleen zijn gedrag, hij gaat er zelf aan onderdoor. We zien hem steeds meer terugtrekken, de muren trekt hij op. ‘We verliezen hem…’ gaat er door mij heen. Waar is die jongen met dat gouden hartje? Wanneer stopt dit? Wat kunnen we doen? Ik schreeuw letterlijk om hulp, op school, bij de huisarts, bij familie. Dit moet anders, dit kan niet langer. En toch blijven we hem naar school sturen. Thuis zitten is geen optie toch? Het gedrag wordt erger, hij heeft zo’n verdediging opgebouwd, hij is aan het overleven…”

“Dan zitten we ineens in een sneltrein. School geeft aan dat dit niet langer kan. Wat nu? De adviezen die we krijgen zijn alleen gericht op gedrag… Vanaf de meivakantie slaat hij ineens een klas over… We dachten dat dit zou helpen maar de veiligheid ontbrak volledig. De nieuwe klas kreeg de boodschap: ‘Normaal mag je niet klikken, maar als hij iets doet, wil ik het direct weten!’ Hoe snel denk je dat de eerste ouders aan het klagen waren bij de directie? Inderdaad, binnen een week. En waarom? Ouders hebben het idee dat er een monster bij hen in de klas zit. Het is zo erg als je kind niet begrepen wordt. De afwijzing doet zoveel. Dan kun je toch niets anders dan je muren heel hoog optrekken. Ik ben ervan overtuigd dat geen enkel kind geboren is om zwaar negatief gedrag te laten zien. En toch gaan we als volwassenen daar wel zo mee om. We wijzen het kind af. Maar wat zit er achter het gedrag? Zie mij en accepteer mij. Als volwassenen kennen we deze behoefte toch van onszelf? Waarom blijven we dit dan doen?”

“En nu? Inmiddels zien we steeds meer het gouden hartje terugkomen. Met dank aan STEQ, waar zij hoogbegaafde kinderen en hun ouders begeleiden en helpen om te gaan met frustraties. We zitten hier niet alleen, er zoveel herkenning bij de kinderen onderling maar ook als ouders. We hebben allemaal dezelfde worsteling gehad en leren van elkaar.  Wat ik echt het allermooiste vind, je mag gewoon elke dag weer opnieuw beginnen. Het maakt niet uit wat je gisteren hebt gedaan. Vandaag is weer en nieuwe dag. Wat ben ik blij en dankbaar met deze houding. Zullen we gewoon elke dag met elkaar weer opnieuw beginnen?

“En ik, ik ga vandaag naar school. Om te leren hoe ik magisch mag opvoeden. Om de creativiteit, de oplossingsgerichtheid van mijn kinderen in te zetten en samen heel veel lol te maken. Zodat we mooie herinneringen kunnen maken. Maar bovenal dat we verbinding kunnen maken en elkaar werkelijk zien en erkennen. Het groot brengen van onze kids is een bumpy ride, maar ik had hen nooit willen missen. Wat leer ik veel over mijzelf maar ook de ander. Ik ben ongelofelijk dankbaar voor onze drie kinderen, stuk voor stuk pareltjes met talenten, en wat is het heerlijk als die naar voren komen.”

Huilen van geluk

Huilen van geluk

“Ik moet soms spontaan huilen, maar ik snap niet waarom, want het is niet van verdriet.”

Tim was bezig met topografie. Hij was in de atlas de wateren over de wereld aan het opzoeken en maakte een lijstje in zijn opdrachtenboek. Van topografie wordt hij altijd enthousiast.

“Misschien als je iets aan het doen bent dat je echt heel fijn vindt, kom je in een soort flow, dan zit je lekker in je vel en dan krijg je niet verdriet-stofjes in je lijf, maar het geluksstofje endorfine. Misschien bedoelen ze daarmee wel de uitdrukking huilen van geluk. Ja… zoiets ja, zo voelt het.” 

Dit is waarom we het doen

Dit is waarom we het doen

En zo vandaag ook weer een stapje… Hij gaat echt een blokje technisch Lego in een klas in de nieuwe school meedraaien… Spannend was het de afgelopen dagen, zou hij echt gaan, zou hij durven…?

Zijn moeder stuurde gisteravond nog zo’n mooi bericht, dat ze bij het naar bed gaan nog een gesprekje hadden. Dat hij vertelde hoe ongelofelijk spannend hij het vindt. Hij noemt het zelf doodsbang. Ze praatten het nog eens door waarna ging hij slapen. Met wat buikpijn, maar zonder boosheid of de welbekende onrust.

Moeder vertelde dan dit jaar sinds jaren gewoon en gezellig Sinterklaas heeft meegevierd. 

Van haar kregen wij zo’n mooi compliment; dat wij het als Steq zo goed doen, ze appte me zojuist om dat even aan te stippen en benoemde het ook als een compliment naar ons.

Ik gaf ze ook terug, zij hebben echt alle zeilen bijgezet. De ouders hebben echt hard gewerkt, voor dat kleine manneke. Hij is gegroeid. Zij zijn gegroeid.

Het zijn deze momenten, waarop mijn hart soms voelt als uit mijn lijf barstend. Dan gloei ik van geluk. Ik voel dan zo duidelijk: “dit is waarom we het doen”.

En die momenten hebben we nodig, na alle (soms bijna dagelijkse) woede, schelden en de worsteling tegen ons. Waarbij we steeds tegen onszelf zeggen: “…dit kind is kind, is puur, is verward, we lopen ernaast, zo lang als nodig, totdat het landt, het zich overgeeft aan de veiligheid die wij bieden, het ontspant en gaat spelen en ontspannen kan zijn met zichzelf. Wanneer hij weer durft aan te nemen, op een ander durft te leunen, durft te onderzoeken, ontdekken èn daarbij durft te vallen, weer opstaat en opnieuw probeert. 

Ik heb deze momenten nodig. En ik ga vandaag volop genieten. Aanwezig zijn in de wetenschap dat hij bij de nieuwe school gaat ontdekken dat het ok is. Dat hij dat kan.”

Help, het is vakantie!

Help, het is vakantie!

Het is vakantie. De tussenvoorziening is dicht, net als de scholen en al zijn vriendjes zijn op vakantie. Bart verveelt zich.  

Ik ben onderweg naar Bart. De ambulante begeleiding gaat ook tijdens de vakanties gewoon door. Tijdens de vakanties ziet mijn rol er iets anders uit. Zoals nu met een activiteit buiten de deur. Bart mocht meebeslissen, want overal kun je leren en plezier maken. En…besluiten nemen is ook een belangrijke vaardigheid.

Op het moment dat ik binnenkom is Bart nog boven. Hij is boos op zijn ouders, omdat hij, totdat ik er zou zijn, niet op zijn spelcomputer mocht. Nu komt hij beneden op de bank zitten en vraagt of hij alsnog op zijn computer mag. Dit mag nog steeds niet. Dat vindt hij vervelend. Hij komt aan tafel zitten, omdat wij, voordat we weggaan, eerst een tosti eten. Zodra deze op is verdwijnt hij naar de bank. Hij pakt een Donald Duck, het wachten verveelt hem. Het wachten, het vervelen, die zijn er de hele tijd.

Ik besluit dat we eerder vertrekken. Misschien kunnen we al eerder op de baan. Dat idee staat hem wel aan. Dus hij pakt zijn schoenen en we fietsen erheen. Hij fietst stevig door, gelukkig kan ik hem bijhouden. Wel vindt hij het lastig dat ik niet alles versta van wat hij zegt, de woorden verdwijnen in de wind.

Eenmaal aangekomen zetten we de fietsen aan elkaar op slot. Eenmaal binnen gaat het vlot. We zijn eerder, maar mogen meteen schoenen uitkiezen en we mogen al op de baan starten.

Hij begint fanatiek. De eerste worp is goed. Ik zie een blij gezicht. Mijn worp is ook goed. Zijn 2de en 3de worpen zijn niet goed. Hij baalt ervan. Ik houd niet in. Mijn 2de en 3de worpen zijn wel goed. Na worp 5 heeft hij door dat hij niet meer kan winnen. Ik benoem hem dat het niet om het winnen gaat. Het gaat om het plezier en om het oefenen om beter te worden als je dat wilt. Tijdens het spel benoem ik wat er goed gaat. Hij vindt het lastig te horen. Ik vraag aan hem of hij voor mij wil gooien. Hij gooit een strike. Echt blij is hij niet, de punten zijn immers voor mij. Hij gooit nog een keer, nu voor zichzelf. Helaas niet zo’n goede worp

Hij houdt het vol tot het einde van het spel. Wel wordt hij ongeduldig, vlak voor mijn laatste worp wil hij het spel afsluiten, maar ik mag nog een 3de keer gooien. Snel start hij een nieuw spel. Hoopvol dat het beter zal gaan.

Het 2de spel gaat niet beter! Hij gooit in de goot. Om dat in de toekomst te voorkomen zorgt hij ervoor dat de zijkanten van de baan omhooggaan. Zo… nu kan hij niet meer in de goot gooien. Nog gaat het niet naar zijn zin. Hij ziet naast ons een werpijzer staan. Hij wil die pakken, maar de kleinere kinderen naast ons gebruiken hem. Zodra zij klaar zijn met spelen en de baan verlaten pakt hij het werpijzer en probeert hem uit. Hij probeert het 3 keer, maar kan niet ontdekken op welke manier het werpijzer helpend is. Hij zet het weer terug.

Hij geeft het op. Heeft geen zin meer. We zijn 20 minuten aan het bowlen. Hij gaat zitten en geeft aan naar huis te willen. Ik benoem dat het jammer is dat hij geen zin meer heeft, en dat wij nog niet naar huis gaan. Hij blijft zitten.

Ik speel verder. Hij heeft ondertussen 4 teams aangemaakt en het is niet meer duidelijk wie bij welk team hoort. Ik speel bal na bal en probeer uit wat er gebeurt wanneer ik iets verander. Ik benoem hardop wat ik doe. Mijn arm wordt moe en ik geef hem aan dat ik het mijn rechterhand ga proberen te gooien. We zijn namelijk beide linkshandig. De eerste bal gaat mis. De 2de bal en de ballen daarna gaan goed. Ik gooi er minimaal 7 om en zelfs een keer een strike. Ik vraag of hij ook met rechts wil gooien. Hij zegt van niet. Hij wil naar huis.

Ik vraag hem op zoek te gaan naar zijn lol. Ik kan dat niet voor hem vinden. Hij loopt naar het bedieningspaneel en scrolt er doorheen. Dan vindt hij een aantal spelvarianten. De bumpers in de goot komen omhoog en ze hebben gekleurde lampjes die bewegen. Als je bepaalde kleuren raakt telt jouw score 2, 3 of 5 keer. Dat maakt het spel leuker. Hij vindt zijn plezier terug. Nu komt hij voor te staan. Ook als ik een hoge score heb houdt hij zijn plezier, ook al vindt hij het lastig.

Hij stelt voor dat we allebei ons best doen en dat we onze scores bij elkaar optellen. Ik geef aan dat ik dat een goed idee vind. Het kost hem moeite om daarbij te blijven. Als hij voor staat is hij blij, als hij achter komt te staan slaat zijn humeur om. De golfjes in zijn emoties blijven klein. Een half jaar geleden was dat anders. Dan kon hij zich niet herstellen bij tegenslag en ging het soms al na 5 of 10 minuten mis. Dan nam zijn boosheid het over en richtte dat zich tegen spullen of mensen in de omgeving. Nu dus niet.

Wanneer de tijd voorbij is en het spel stopt vindt hij het jammer. We zijn bij het plezier beland.

Ik betaal en de man achter de bar vraagt of we nog iets leuks gaan doen vandaag. Bart antwoordt: “Dat hebben wij net gedaan.”

We fietsen samen naar huis. Hij iets harder dan ik.

Leren omgaan met emoties kun je overal en altijd. Vandaag was het een mooie les, waarbij we de tijd mogen nemen om de ander nieuw gedrag aan te leren, met geduld, vriendelijkheid en vastberadenheid.   

De tuin werkt helend, bij uitstek een plek voor de kinderen van STEQ 

De tuin werkt helend, bij uitstek een plek voor de kinderen van STEQ

Peter is eigenlijk gewoon een klootzak. Een loser.”
“Pas een beetje op je taalgebruik Nico.”
“Luister, hij stelt zich echt de hele tijd aan. En hij liegt en jullie geloven hem altijd.”

Ik loop met Nico richting de tuin, hij is wat gefrustreerd. Ik ken dit van hem, hij weet altijd haarscherp te benoemen wat hem dwars zit. En er zit nogal wat dwars. Nu is het Peter, die hem in de pauze tot last was. En daar zou hij best gelijk in kunnen hebben, want Peter is in staat om binnen enkele seconden de hele groep op tilt te krijgen.

“Peter lijkt wel een baby. Net als alle andere kinderen op STEQ. Alleen Chris is een beetje normaal. Die Peter krijgt steeds alles voor elkaar bij jullie. Wat hij ook doet jullie doen er niets aan! Jullie zouden gewoon eens aan het werk moeten gaan. Peter is evil. En in de tuin heb ik al helemaal geen zin! Wat heb ik daaraan, ik leer hier niets.”

Inmiddels loop ik al acht minuten samen met Nico richting de tuin. Hij moppert non-stop over vooral Peter. Maar zijn geest is flexibel dus andere onderwerpen die opkomen worden soepel meegenomen in zijn tirade.

Eigenlijk heeft niets zin in Nico’s ogen. Over het algemeen zijn volwassenen stom en kinderen ook. Iets anders dan gamen is lastig voor hem, want dat geeft geen directe prikkel van resultaat, vermaak, of voldoening. Er is geen vertrouwen in iets goeds of moois, want dat heeft de maatschappij flink de kop ingedrukt.

Nico is hoogbegaafd en komt niet mee in het reguliere onderwijs. Toch heeft hij vijf jaar geprobeerd om daarin zijn weg te vinden. Om erkenning te krijgen voor wie hij is, en om te leren wat hij kan en lastig vindt. Hij heeft speciale behoeften vanuit een andere ontwikkelingsgang dan andere kinderen. Toen hij een paar maanden geleden bij STEQ binnenkwam, durfde hij eigenlijk niets.

En dan staan we voor de poort van de tuin. Ik leg hem uit dat Peter, Peter is, en heel irritant kan zijn op momenten. Dat maakt hem niet tot een slecht mens, het geeft alleen aan dat hij een boel te leren heeft. “Jij bent nu al tien minuten aan mij aan het vertellen hoe slecht alles en iedereen wel niet is en dat vind ik dan ook niet prettig. Dus jij bent Nico en Nico doet dat. Jij hebt net als Peter ook nog een boel te leren.”

Nico denkt na……

Op het moment dat we de tuin inlopen en Nico zijn uitgekomen zonnebloem ziet, verandert de wereld. Nico kan zijn geluk niet op, aan een stuk door verkondigt hij aan het heelal hoe vet zijn zonnebloem wel niet is. Iedereen weet ervan en deelt zijn geluk. Ineens is hij helemaal in de ban van de zonnebloem. Na zo’n twintig minuten ebt de vreugde langzaam weg en is hij vol aandacht aan het werk in zijn tuintje. Ik vertel hem dat als hij het onkruid weghaalt, de zonnebloem meer voeding kan krijgen en mooier en sterker wordt.

Nico houdt niet van vieze handen en van werken eigenlijk ook niet. Toch gaat hij voorzichtig aan de slag en met wat hulp en motivatie van mij, ziet zijn stukje tuin er weer goed uit. De volgende knoppen zullen ook wel snel uitkomen! Nico is zijn boosheid, negatieve gedachten en emoties even kwijt omdat hij een bloem heeft gezaaid, die nu eindelijk is gaan bloeien. Hij neemt dit gevoel mee en de volgende uren is hij weer in staat om te spelen en te lachen op het schoolplein. Het is wachten op een volgende teleurstelling, want die gaat zeker komen; een sociale situatie niet overzien, overprikkeld raken vanuit te veel gevoel en indrukken, bang zijn om een opdracht niet te kunnen en daarom maar een confrontatie opzoeken etc., etc… Dan is het weer wachten op een positieve ervaring want dan slaat de meter ook weer over naar positieve gedachten en gevoelens.


Bij STEQ leren wij deze kinderen om te gaan met het leven zoals het komt. Weerbaar te worden ten opzichte van de omgeving en zichzelf op moeilijke en emotionele momenten. Om niet te verdwalen in negatieve gedachten, waar het hoofd echt groot genoeg voor is, of te verdrinken in emoties, want die slaan naar binnen als een bom. Het hoofd heeft dan zeeën van tijd om de schuldige aan te wijzen en te bedenken hoe slecht en stom mensen zijn.

De tuin is een prachtige manier om positieve ervaringen op te doen. Dat is wederom gebleken in het afgelopen jaar. De kinderen hebben ieder een eigen stuk tuin gekregen en bewerkt en daar resultaten van gehad. Naast het feit dat er veel groenten en bloemen zijn geoogst en wij van de groenten regelmatig soep hebben gemaakt voor de middaglunch, hebben de kinderen zich ergens doorheen geslagen. Het is soms lastig om te werken voor iets dat pas later zijn vruchten afwerpt. Soms ben je moe van alle emoties. Soms slaap je slecht omdat je tot te laat hebt kunnen gamen. Of je hebt een druk familiebezoek gehad. Soms ben je er fysiek echt niet zo goed aan toe, heb je last van hooikoorts of ben je leeg van alle indrukken van de wereld om je heen. Soms ben je gestresst. Soms heb je geen zin.

De kinderen waren dit jaar weer samen, zij hebben elkaar geholpen en gemotiveerd. Zij waren welkome gasten in de tuin. Dit merkten we aan alle positieve reacties en hulp die we van medetuinders hebben gekregen. We hebben enorm geluk gehad met onze buurman Charles, van wie we veel goede raad hebben gekregen, naast de stekjes of plantjes. De kinderen mochten vaak even in zijn tuin kijken of een praatje maken. Ook dat heeft hen geïnspireerd en gemotiveerd. In de tuin werken met allemaal mensen die ook in de tuin werken. En daar dan plezier aan beleven. Elkaar hierin ontmoeten en begrijpen. Dat schept een band en straalt naar anderen over. Jasper en Brem die het afgelopen jaar ook in hun tuintje de worsteling hebben doorgemaakt, hebben daar plezier aan beleefd en zijn ook tot rust gekomen. Na de zomervakantie gingen zij met veel enthousiasme aan de slag met een nieuw stukje tuin. Wat een schril contract met het jaar daarvoor. Toen zagen ze het helemaal niet zitten, alleen maar weerstand op het idee van de tuin. Het enthousiasme dat zij dit jaar lieten zien had meteen effect op de nieuwe kinderen. Immers, een positieve omgeving stimuleert en inspireert. In alle gevallen werkt de tuin helend, bij uitstek een plek voor de kinderen van STEQ.