Misdiagnoses bij HB

Misdiagnoses bij Hoogbegaafdheid

Het herkennen van hoogbegaafdheid is niet eenvoudig. Afwijkend (sociaal) gedrag, zoals internaliserend en externaliserend gedrag, kan het intellectueel talent overschaduwen. Dankzij de hooggevoeligheid kunnen kinderen overprikkeld raken, waardoor zij dit gedrag gaan vertonen. Het risico is dan dat zij op basis van het onaangepaste gedrag gediagnosticeerd worden met verschillende psychische afwijkingen, waar over het algemeen geen sprake van is. Het is een grijs gebied van klachten die overlappen en die goed moeten worden beoordeeld.  Een belangrijk  aspect van wel of geen ontwikkelingsstoornis zoals ADHD of autismespectrumstoornis (ASS) vaststellen is of de klachten zich alleen in specifieke situaties voordoen, altijd, of onder bepaalde omstandigheden wel of niet. 

Hoogbegaafdheid kan onder andere met verschillende (leer)stoornissen voorkomen, zoals:

  • Dyslexie en hoogbegaafdheid; hoogbegaafd en moeite met lezen en/of schrijven.
  • Dyscalculie en hoogbegaafdheid; hoogbegaafd en moeite met rekenen.
  • ADHD en hoogbegaafdheid
  • ASS en hoogbegaafdheid

Echter, kan er ook een misdiagnose zijn van hoogbegaafdheid en ADHD en/of ASS. 

ASS en Hoogbegaafdheid

Een veelvoorkomende misdiagnose bij hoogbegaafdheid is ASS en hoogbegaafdheid. Hoogbegaafde kinderen lopen een groter risico om de diagnose ASS te krijgen, omdat er oppervlakkige overeenkomsten bestaan, zoals:

  • Zowel hoogbegaafde kinderen als kinderen met autisme hebben een extreme interesse in een onderwerp;
  • Moeite met sociale relaties;
  • Verbaal erg volwassen zijn;
  • Rigide;
  • Sterk rechtvaardigheidsgevoel;
  • Moeite hebben met veranderingen;
  • Moeite hebben met bepaalde executieve vaardigheden.

De fundamentele verschillen zijn echter:

  • De hyperfocus van het hoogbegaafde kind is gericht op verdieping en leidt vaak na een tijd tot een nieuwe interesse. Bij kinderen met ASS is de hyperfocus altijd gericht op slechts een aandachtsgebied.
  • Moeite hebben met sociale relaties met leeftijdsgenoten is bij hoogbegaafde kinderen het gevolg van het cognitief en sociaal-emotioneel voorlopen. Bij kinderen met ASS kan er sprake zijn van een gebrek in inlevingsvermogen of moeite met communicatie (zowel verbaal als non-verbaal). Deze problematiek geldt voor iedere mogelijke relatie, niet alleen bij leeftijdsgenoten.
  • Hoogbegaafde kinderen zijn vaak communicatief zeer vaardig, zij beschikken over een grote woordenschat en een meer volwassen belevingswereld. Hoogbegaafden snappen abstract woordgebruik en metaforen, waar kinderen met ASS hier juist moeite mee hebben. 
  • Hoogbegaafde kinderen kunnen star of rigide zijn in handelen. Dit is het gevolg van een groot rechtvaardigheidsgevoel. Bij ASS is een starre of rigide houding ten behoeve van bijvoorbeeld het voorkomen van overprikkeling of het behouden van een gevoel van veiligheid. Daarom hebben zij moeite met veranderingen. 
  • Hoogbegaafden zijn snelle en creatieve denkers, waardoor zij talloze mogelijkheden zien en daardoor minder overzicht hebben, terwijl kinderen met ASS hoofd- en bijzaak minder kunnen onderscheiden.
ADHD en Hoogbegaafdheid

Een andere misdiagnose die veel voorkomt is ADHD en hoogbegaafdheid. Hoogbegaafde kinderen laten soms gedrag zien dat ook bij ADHD past, zoals:

  • In een gesprek van de hak op de tak springen;
  • Aandachtsproblemen;
  • Motorische onrust;
  • Onderpresteren;
  • Moeite zich aan regels te houden;
  • Chaotisch en ongeordend werken bij het oplossen van problemen;
  • Weinig tijd nemen om opgaven te maken;
  • Langzaam werktempo, maar wel snel van begrip en goed kunnen analyseren;
  • Vluchtig afwerken en slordigheidsfouten;
  • Ze kunnen zich wel langere tijd aan één onderwerp wijden;
  • Hoogbegaafden zijn snelle denkers en slaan daarbij denkstappen over. Zij beleven alles intens en complex.

De fundamentele verschillen tussen ADHD en hoogbegaafdheid:

  • De kenmerken van ADHD komen in bijna alle situaties tot uiting, terwijl bij kinderen met hoogbegaafdheid met kenmerken die lijken op ADHD deze kenmerken maar in sommige situaties tot uiting komen. Bijvoorbeeld als zij zich vervelen of ondergestimuleerd zijn. Het is dus situationeel.
  • Onoplettendheid is een typisch kenmerk van ADHD wat ook wordt gezien bij hoogbegaafde kinderen. Kinderen met hoogbegaafdheid zitten dan vaak te dagdromen en kunnen snel hun aandacht terugbrengen naar hun taak. Dat is voor kinderen met ADHD vaak moeilijker 
  • Hyperfocus is een kenmerk van zowel ADHD als hoogbegaafdheid. De momenten waarop dit plaatsvindt zijn anders, kinderen met ADHD gaan vaak op games, televisie, of sport, waar de activiteiten snel gaan, voortdurend belonen en weinig inspanning vergen. Hierdoor kunnen kinderen met ADHD zich moeilijk focussen op bijvoorbeeld het lezen van een boek of het maken van een puzzel, aangezien dit een trage activiteit is waar meer moeite in gestoken moet worden. Dit is iets wat kinderen met hoogbegaafdheid beter kunnen.
  • Bij hoogbegaafde kinderen neemt het probleemgedrag vaak af als de opdracht voldoende uitdagend is.
  • Voor kinderen met ADHD is het aanbieden van structuur vaak nuttig en helpt hun. Kinderen met hoogbegaafdheid kunnen zich hier juist tegen verzetten vanwege ‘overstructurering’.